Hoe de juiste stempelplaat of stempelschot kiezen?
Volg deze stappenplan en kom zo te weten welke stempelplaat het beste past voor uw gebruik.
1. Bepaal het draagvermogen
Het maximale draagvermogen op een stabilisatorvoet moet worden meegedeeld door de machinefabrikant of de wederverkoper van de machine. Je kan deze informatie vinden op het technische gegevensblad van de machines. Zo niet, geef ons dan de machinegegevens en zullen we je helpen met het kiezen van de juiste stempelplaat Als we geen informatie hebben, nemen we meestal 80% van het totale max. draagvermogen van de machine, wat genoeg is om veilig te werken.
2. Kies de juiste stempelplaat
Onze productpagina's geven informatie over het maximale draagvermogen van elke stempelplaat. Deze draagvermogens worden hoofdzakelijk berekend voor bouwuitrusting of machines zoals mobiele kranen, hoogwerkers, betonpompen, enz
3. Controleer de druk
Controleer of de stempelplaat de druk kan dragen. LODAX materiaal kan een druk aan van 8N/mm² gedurende een lange periode en tot 25N/mm² gedurende een korte periode (10N = +/-1kg).
Voorbeeld:
Een stabilisatorvoet ø 200mm moet geen belasting hebben die hoger is dan 25 T: (100x100mm x ∏ x 8N/mm² = 251 328N =~25 000kg).
4. Controleer de grond
Nadat u het maximale draagvermogen van één stempelvoet, het materiaal en de afmetingen van de stempelplaat kent, kunt u nagaan of uw grond of fundering deze druk aankan door de onderstaande tabel te raadplegen.
De gebruiker van de machine is verplicht de draagkracht van de grond te onderzoeken alvorens de machine op te stellen.
Voorbeeld:
Een LODAX Pad 800x800x40mm met een belasting van 15T zou reageren als 0,023kg/mm² dus ~0,23N/mm² ofwel 23N/cm² (15 000kg / 800x800mm). Deze stempelplaat moet worden gebruikt op een minimale gronddichtheid van "middelharde kleigrond" of "grof zand" zoals aangegeven in de tabel.
Tabel met indicatieve belastingscapaciteiten voor elke grondsoort
Type Grond | Maximaal toegestane belasting |
---|---|
Fijn zand (< 1mm) | 0,5 – 2 daN/cm² = 0.05 – 0.2 N/mm² |
Grof zand (1-3mm) | 2 – 3 daN/cm² = 0.2 – 0.3 N/mm² |
Gravel | 3 – 4 daN/cm² = 0.3 – 0.4 N/mm² |
Zachte kleigrond | 0,4 – 0,8 daN/cm² = 0.04 – 0.08 N/mm² |
Middelharde kleigrond | 1,5 – 3 daN/cm² = 0.15 – 0.3 N/mm² |
Harde kleigrond | 3 – 4 daN/cm² = 0.3 – 0.4 N/mm² |
Rots | 10 – 30 daN/cm² = 1 – 3 N/mm² |
5. Overweeg de dikte
LODAX materiaal is flexibel: het kan bij hoge druk aan de randen ombuigen. De delen van de pad die buigen verliezen contact met de grond, waardoor het oppervlak waarop het gewicht wordt verdeeld kleiner wordt. Kies best een dikkere stempelplaat om buigen te voorkomen. Neem contact met ons op als je twijfels hebt.